In zijn arrest nr. 5/2004 van 14 januari 2004 heeft het Arbitragehof artikel 14, § 1, 1°, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie vernietigt « in zoverre het alle samenwonende personen op dezelfde wijze behandelt zonder rekening te houden met de kinderlast » en artikel 14, § 1, 2° in zoverre het geen verhoogd bedrag van leefloon voorziet voor « alleenstaande personen die voor een geplaatst kind een bijdrage betalen ».
Dans son arrêt n° 5/2004 du 14 janvier 2004, la Cour d'arbitrage a annulé l'article 14, § 1, 1°, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale « en ce qu'il traite de la même manière tous les cohabitants sans tenir compte de la charge d'enfants » et l'article 14, § 1, 2° en ce qu'il ne prévoit pas de montant majoré de revenu d'intégration pour « les personnes isolées qui s'acquittent d'une part contributive pour un enfant placé ».