11. pleit voor meer samenhang tussen de externe en de interne onderdelen
van het EU-beleid, waarbij bedacht moet worden dat het economische, natuurlijke en industriële klimaat, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid sterk beïnvloed worden door mondiale ontwikkelingen; onderstreept daarom dat de EU moet kunnen beschikken over de nodige financiële middelen om adequaat op de steeds grotere mondiale uitdagingen te kunnen reageren en haar gemeenschappelijke belangen en kernwaarden – zoals mensenrechten, democratie, de rechtsstaat, de fundamentele vrijheden en de bescherming van het milieu – doe
ltreffend te kunnen ...[+++]behartigen en bevorderen; herinnert eraan dat met een bescheiden verhoging van de uitgaven op EU-niveau vaak naar verhouding hogere besparingen op het niveau van de lidstaten kunnen worden bereikt; 11. demande une plus grande cohérence entre les politiques extérieures et intérieures de l'Union, en tenant compte de l'impact majeur des changements mondiaux sur l'environnement économique, naturel et industriel, la compétiti
vité et l'emploi au sein de l'Union; souligne, par conséquent, la nécessité de doter l'Union des moyens financiers nécessaires lui permettant de répondre convenablement aux problèmes mondiaux qui s'amplifient, ainsi que de défendre et de promouvoir de manière efficace ses intérêts communs et ses valeurs fondamentales – droits de l'homme, démocratie, état de droit, libertés fondamentales et protection de l'environne
...[+++]ment; rappelle qu'un surcroît modeste de dépenses au niveau européen peut souvent, à proportion, permettre des économies plus fortes au niveau des États membres;