Art. 5. § 1. Wanneer de militair, in de loop van het vorige kalenderjaar, in de onmogelijkheid was de prestaties die vereist zijn voor de toekenning van de toelagen uit te voeren wegens behoorlijk gerechtvaardigde dienstredenen, kan de onderstafchef operaties en training, op gemotiveerd advies van de hiërarchische overheid, het recht op de toelagen blijven toekennen tijdens de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar.
Art. 5. § 1. Lorsque le militaire a été dans l'impossibilité d'effectuer, au cours de l'année civile précédente, les prestations requises pour l'octroi des allocations du fait de raisons de service dûment justifiées, le sous-chef d'état-major opérations et entraînement peut, sur l'avis motivé de l'autorité hiérarchique, maintenir le bénéfice des allocations pendant les trois premiers mois de l'année civile en cours.