3º Ten slotte behoort men de bestaande rechtsgronden inzake gelijkheid zoveel mogelijk te benutten namelijk de artikelen 6A, 118 en 119 VEG. Deze artikelen bevatten respectievelijk het niet dwingende niet-discriminatiebeginsel op grond van geslacht, de medebeslissingsprocedure en het begrip « gelijkwaardige arbeid ».
3º Il faut enfin exploiter au maximum les bases juridiques existantes en matière d'égalité, à savoir les articles 6A, 118 et 119 T.C.E., qui contiennent respectivement le principe non contraignant de non-discrimination sur base du sexe, la procédure de codécision et la notion de « travail de même valeur ».