„Het besluit over de toepassing van de artikelen 123, 124 en 136, lid 2, wordt op individuele of gesubconsolideerde basis genomen door de desbetreffende, bevoegde autoriteiten die belast zijn met het toezicht op dochterondernemingen van een EU-moederkredietinstelling, een financiële EU-moederholding of gemengde financiële EU-moederholding, nadat de door de consoliderende toezichthouder geuite standpunten en voorbehouden naar behoren in overweging zijn genomen.
«La décision sur l’application des articles 123 et 124 et de l’article 136, paragraphe 2, est prise par les autorités compétentes respectives chargées de la surveillance des filiales d’un établissement de crédit mère dans l’Union, d’une compagnie financière holding mère dans l’Union ou d’une compagnie financière holding mixte mère dans l’Union, sur une base individuelle ou sous-consolidée, après un examen approprié des avis et des réserves exprimés par le superviseur sur une base consolidée.