Het Hof heeft meermaals beklemtoond dat de artikelen 127 tot en met 129 van de Grondwet een exclusieve territoriale bevoegdheidsverdeling tot stand hebben gebracht, wat onderstelt dat iedere regeling die de decreetgever uitvaardigt, behoudens de in de Grondwet bepaalde uitzonderingen, moet kunnen worden gelokaliseerd binnen het gebied waarvoor hij bevoegd is, zodat iedere concrete verhouding en iedere concrete situatie slechts door één wetgever kan worden geregeld.
La Cour a souligné à plusieurs reprises que les articles 127 à 129 de la Constitution ont déterminé une répartition exclusive de compétence territoriale, ce qui suppose que toute réglementation édictée par le législateur décrétal, sauf les exceptions fixées dans la Constitution, puisse être localisée dans le territoire de sa compétence, de sorte que toute relation et toute situation concrètes soient réglées par un seul et unique législateur.