Er dienen bovendien twee aanvullende leden te worden ingevoegd in de aanhef, teneinde daarin te verwijzen naar de rechtsgrond van beide opgeheven besluiten, namelijk enerzijds artikel 22 van de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de telling van de Belgische en vreemde effecten, gewijzigd bij de wet van 10 november 1953, wat betreft het Regentbesluit van 7 april 1949 waarnaar verwezen wordt in artikel 21, 1°, van het ontwerp, en anderzijds artikel 467 van het Wetboek van Vennootschappen, wat betreft het koninklijk besluit van 3 december 2005, waarnaar verwezen wordt in onderdeel 2° van dat artikel.
Deux alinéas supplémentaires doivent, en outre, être insérés dans le préambule afin d'y viser le fondement légal des deux arrêtés abrogés, c'est-à-dire, d'une part, l'article 22 de l'arrêté-loi du 6 octobre 1944 relatif aux titres belges et étrangers, modifié par la loi du 10 novembre 1953, pour ce qui concerne l'arrêté du Régent du 7 avril 1949 visé à l'article 21, 1°, du projet et, d'autre part, l'article 467 du Code des sociétés pour ce qui concerne l'arrêté royal du 3 décembre 2005 visé au 2° de cet article.