2. De lidstaat van ontvangst beslist of de aanvrager van de toestemming een aanpassingsstage moet doorlopen zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, onder g), van Richtlijn 2005/36/EG of een bekwaamheidsproef moet afleggen zoals gedefinieerd in punt h) van dat artikel.
2. L'État membre d'accueil décide si le demandeur sollicitant un agrément doit effectuer un stage d'adaptation au sens de l'article 3, paragraphe 1), point g), de la directive 2005/36/CE ou s'il doit présenter une épreuve d'aptitude au sens du point h) de cette disposition.