Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder „actieve corruptie”: de handeling van iemand die een overheidsfunctionaris onmiddellijk of middellijk een voordeel, ongeacht de aard daarvan, voor zichzelf of voor een ander toezegt, aanbiedt of verstrekt om een ambtshandeling of een handeling in de uitoefening van zijn ambt te verrichten of na te laten waardoor de financiële belangen van de Unie worden of kunnen worden geschaad.
Aux fins de la présente directive, on entend par «corruption active», le fait, pour quiconque, de promettre, de proposer, ou de donner, directement ou par l'intermédiaire de tiers, un avantage, de quelque nature que ce soit, à un agent public, pour lui-même ou pour un tiers, pour que cet agent public accomplisse ou s'abstienne d'accomplir un acte relevant de sa fonction ou un acte dans l'exercice de sa fonction qui porte atteinte ou est susceptible de porter atteinte aux intérêts financiers de l'Union.