Is het waar dat voor het leveren van de diensten waarnaar wordt verwezen in artikel 21, § 3, 7 , van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en die aan een in België gevestigde belastingplichtige vanuit het buitenland worden geleverd, de BTW-plichtige de in België gesitueerde stabiele vestiging van een buitenlands bedrijf is, zelfs wanneer die in België gesitueerde vestiging niet tussengekomen in het leveren van die diensten ?
Est-il exact que pour les prestations de services visées à l'article 21, § 3, 7 , du Code TVA et fournies depuis l'étranger à un assujetti établi en Belgique, le redevable de la TVA est l'établissement stable situé en Belgique d'une société étrangère, même si cet établissement situé en Belgique n'est pas intervenu dans la fourniture de ces services ?