Wanneer een belastingplichtige bij de stopzetting van zijn activiteit waardoor hij de hoedanigheid van belastingplichtige verliest, ten aanzien van een roerend goed de onttrekking, bedoeld in artikel 12, 1, 5°, van het BTW-wetboek, dient te verrichten, is de BTW verschuldigd over een maatstaf van heffing die overeenkomstig artikel 33, 1°, van hetzelfde wetboek, gelijk is aan de aankoopprijs van het goed of soortgelijke goederen, dat wil zeggen de prijs die op het tijdstip van de onttrekking normaal moet worden betaald om dat goed aan te kopen in de staat waarin het zich op datzelfde tijdstip bevindt.
Lorsqu'un assujetti perd cette qualité lors de la cessation de son activité et doit opérer le prélèvement visé à l'article 12, 1er, 5°, du Code de la TVA, la TVA est exigible sur une base d'imposition qui, conformément à l'article 33, 1°, du même code, correspond au prix d'achat du bien ou de biens similaires, c'est-à-dire le prix qui doit normalement être payé, au moment du prélèvement, pour acheter ce même bien dans l'état où il se trouve à ce même moment.