« Schendt artikel 16, § 2, 1°, van het W.B.N., de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voor zover - ingeval het voorgenomen huwelijk tussen de Belgische partner en de vreemdeling wordt uitgesteld door omstandigheden buiten hun wil, t.w. de nadien bij een definitief geworden gerechtelijke uitspraak ongegrond verklaarde beslissing van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand tot weigering van het huwelijk, waarna ze beiden zijn gehuwd - de voorhuwelijks wettelijke samenwoonst buiten beschouwing moet worden gelaten voor het bereiken van de in dit artikel vereiste termijn van 3 jaar samenleven van de Belgische echtgenoot en de
vreemdeling die de Belgische nationaliteit wenst te verkri ...[+++]jgen, om de staat van Belg te verkrijgen, tegenover de vreemdelingen die in het huwelijk wensen te treden in België waarbij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand instemt met het huwelijk ?« L'article 16, § 2, 1°, du Cod
e de la nationalité belge viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que - au cas où le mariage envisagé entre le partenaire belge et l'étranger est reporté en raison de circonstances indépendantes de leur volonté, à savoir la décision, par la suite déclarée non fondée par une décision de justice devenue définitive, de l'officier de l'état civil de refuser le mariage, postérieurement à laquelle ils se sont mariés - la cohabitation légale prénuptiale ne peut être prise en compte pour atteindre le délai de trois ans de vie commune, requis par cet article, entre le conjoint belge et l'étranger qui s
ouhaite ac ...[+++]quérir la nationalité belge, afin d'obtenir l'état de Belge, par rapport aux étrangers qui souhaitent se marier en Belgique pour lesquels l'officier de l'état civil accepte le mariage ?