« België benoemt als bevoegde autoriteiten, enerzijds, de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg en het federaal parket in toepassing van de artikelen 4 tot en met 8 en artikel 10, en, anderzijds, de Dienst Individuele Gevallen in de materie van de Internationale Gerechtelijke Samenwerking in Strafzaken van het Directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden van Federale Overheidsdienst Justitie, in toepassing van artikel 14 ».
« La Belgique désigne comme autorités compétentes, d'une part, les parquets des tribunaux de première instance et le parquet fédéral en application des articles 4 à 8 et de l'article 10 et, d'autre part, la Section cas individuels du Service de la coopération judiciaire internationale en matière pénale de la Direction générale de la législation et des droits et libertés fondamentales du Service public fédéral Justice en application de l'article 14 ».