Art. 2. Aan artikel 12, 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging wordt, na de woorden "houder van een arbeidskaart zijn" volgende zinsnede toegevoegd : "of de werknemers, houder van een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie in de zin van artikel 10 van de richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148
...[+++]/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (kortweg : F- of F+-kaart), die arbeid in België verrichten, zonder dat zij over een arbeidskaart dienen te beschikken".Art. 2. Il est ajouté à l'article 12, 1 de la convention collective de travail du 13 janvier 2014, conclue au sein de la Commission paritaire de l'industrie hôtelière relative au statut de la délégation syndicale, après les mots "être titulaire d'une carte de travail", la phrase suivante : "ou les travailleurs, détenteurs d'une carte de séjour de membre de la famille d'un citoyen de l'Union au sens de la directive 2004/38/CE du Parlement Européen et du Conseil du 29 avril 2004 relative au droit des citoyens de l'Union et des membres de leurs familles de circuler et de séjourner librement sur le territoire des Etats membres, modifiant le règlement (CEE) n° 1612/68 et abrogeant les directives 64/221/CEE, 68/360/CEE, 72/194/CEE, 73/148/CEE, 7
...[+++]5/34/CEE, 75/35/CEE, 90/364/CEE, 90/365/CEE et 93/96/CEE (en bref : carte F ou F+), qui travaillent en Belgique, sans qu'ils soient obligés de disposer d'une carte de travail".