23. benadrukt dat burgereducatie een bijzondere rol speelt als essentiële drijvende kracht van actief burgerschap; merkt op dat een actief model van burgereducatie moet worden ondersteund dat jonge mensen de kans biedt rechtstreeks deel te nemen aan het openbare leven en in contact te komen met hun politieke vertegenwoordigers op nationaal niveau, op lokaal niveau en ook op Europees niveau, met vertegenwoordigers van ngo's en met burgerinitiatieven; suggereert dat de Commissie proefprojecten ondersteunt om dit model van burgereducatie in de lidstaten te bevorderen;
23. souligne le rôle particulier de l'éducation civique en tant que moteur fondamental d'une citoyenneté active; relève qu'il est nécessaire de défendre un modèle actif d'éducation civique qui donne aux jeunes la possibilité de s'investir directement dans la vie publique et de s'engager auprès de leurs représentants politiques à l'échelon national, local et européen, ainsi qu'auprès des représentants des ONG et des initiatives civiques; propose que la Commission soutienne des projets pilotes visant à promouvoir un tel modèle d'éducation civique dans les États membres;
