In afwijking van het vorige lid omvat de klasseanciënniteit van de ambtenaren die ambtshalve werden benoemd, in de klasse hierna opgenomen in kolom 1 en die op datum van hun ambtshalve benoeming bekleed werden met de titel vermeld in kolom 2, eveneens de graadanciënniteit die zij, op de datum van hun ambtshalve benoeming in niveau A, telden in de graad of graden die hiertegenover zijn vermeld in kolom 3.
Par dérogation à l'alinéa précédent, l'ancienneté de classe des agents nommés d'office dans la classe reprise ci-après dans la colonne 1 et qui, à la date de leur nomination d'office, étaient revêtus du titre mentionné dans la colonne 2, comprend également l'ancienneté de grade qu'ils comptaient à la date de leur nomination d'office dans le niveau A dans le grade ou les grades mentionnés en regard dans la colonne 3.