Art. 177. In artikel 43, § 1, van dezelfde wet, hersteld bij de wet van 4 mei 1999, worden tussen de eerste en de tweede zin de volgende zinnen ingevoegd : "De kandidaat-notaris die benoemd werd op grond van zijn deelname aan het vergelijkend exame
n ingericht door de benoemingscommissies voor het notariaat na het behalen van het bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 35bis, voldoet aan de vereiste van artikel 43, § 10, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken op grond van de taalrol van de benoemingscommissie d
ie hem gerangschikt ...[+++]heeft na dit vergelijkend examen.
Art. 177. Dans l'article 43, § 1, de la même loi, rétabli par la loi du 4 mai 1999, les phrases suivantes sont insérées entre la première et la deuxième phrase : "Le candidat-notaire nommé en vertu de sa participation au concours organisé par les commissions de nomination pour le notariat après avoir obtenu le certificat d'aptitude visé à l'article 35bis, remplit la condition de l'article 43, § 10, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire sur la base du rôle linguistique de la commission de nomination qui l'a classé après ce concours.