Het voorstel voorziet erin dat de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van het Rijkspersoneel die bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad bepaald zijn, niet langer van rechtswege van toepassing zijn op het personeel van de gemeenschappen en de gewesten, evenals op het personeel van de publiekrechtelijke rechtspersonen die afhangen van de gemeenschappen en de gewesten.
La proposition prévoit que les principes généraux en matière de statut administratif et pécuniaire des agents de l'État, qui font l'objet d'un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres, ne sont plus applicables de plein droit aux membres du personnel des communautés et des régions, de même qu'à celui des personnes morales de droit public qui dépendent des communautés et des régions.