Het besluit bepaalt dat voortaan rekening zal worden gehouden met de competentietoelage toegekend met toepassing van de artikelen 7, 8, 9, 13, 14, 15, 17, 19 en 21 van het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën en het Ministerie van Financiën.
L'arrêté prévoit qu'il sera dorénavant tenu compte de l'allocation de compétence accordée en application des articles 7, 8, 9, 13, 14, 15, 17, 19 et 21 de l'arrêté royal du 3 mars 2005 portant dispositions particulières concernant le statut pécuniaire du personnel du Service public fédéral Finances et du Ministère des Finances.