In het voorstel wordt geopteerd voor de opheffing van voornoemd artikel 740, tweede lid, en niet voor de wijziging ervan, omdat zo een wijziging de formulering enigszins zou bemoeilijken en, aangezien het tweede lid slechts een bepaling tot interpretatie van het eerste lid is, er geen enkele dwingende grond bestaat om het te handhaven.
La proposition opte pour l'abrogation de l'article 740, alinéa 2, précité, et non pour sa modification, au motif que cette modification compliquerait quelque peu la formulation et que, l'alinéa 2 ne constituant qu'une simple disposition interprétative de l'alinéa 1 , rien ne justifie impérativement son maintien.