In haar aanvullende memorie verzoekt zij het Hof de gevolgen van de i
n het geding zijnde bepaling te handhaven tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord van 2 september 2013 gesloten tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewes
t « betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeens
chap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/ ...[+++]EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap ».Dans son mémoire complémentaire, il demande à la Cour de maintenir les effets de la disposition en cause jusqu'à l'entrée en vigueur de l'accord de coopération du 2 septembre 2013, conclu entre l'Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale, « relatif à l'intégration des activités aériennes dans le système communautaire d'échange de quotas d'émission de gaz à effet de serre, conformément à la directive 2008/101/CE du Parlement européen et du Conseil du 19 novembre 2008 modifiant la d
irective 2003/87/CE afin d'intégrer les activités aériennes dans le système communautaire d'échange de quotas d'ém
...[+++]ission de gaz à effet de serre ».