De verzoekende partijen voeren aan dat artikel 40ter van de wet van 15 december 1980, zoals gewijzigd door artikel 9 van de wet van 8 juli 2011, een schending zou inhouden van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de algemene beginselen van de niet-retroactiviteit van wetten, van het gewettigd vertrouwen en van de rechtszekerheid, doordat de bestreden bepaling onmiddellijk van toepassing is en niet in een overgangsregeling is voorzien wanneer de aanvraag tot verblijf werd ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet.
Les parties requérantes soutiennent que l'article 40ter de la loi du 15 décembre 1980, modifié par l'article 9 de la loi du 8 juillet 2011, entraînerait la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec les principes généraux de la non-rétroactivité des lois, de la confiance légitime et de la sécurité juridique, en ce que la disposition attaquée est immédiatement applicable et qu'un régime transitoire n'a pas été prévu dans le cas où la demande de séjour a été introduite avant l'entrée en vigueur de la loi.