Het vaste standpunt van het Parlement is namelijk dat de bevoegdheidsdelegatie van de Commissie niet mag gelden voor een onbepaalde termijn, en daarom stelt de rapporteur voor deze periode te beperken tot vijf jaar, en stilzwijgend te verlengen met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
La position du Parlement européen étant en effet, normalement, que la durée de la délégation de pouvoir ne saurait être indéterminée, le rapporteur propose de la limiter à une période de cinq ans, tacitement prorogée pour des périodes d’une durée identique, sauf si le Parlement européen ou le Conseil s’oppose à cette prorogation trois mois au plus tard avant la fin de chaque période.