De rechtvaardigingsgronden die een lidstaat kan aanvoeren, moeten gepaard gaan met een onderzoek van de geschiktheid en de evenredigheid van de door die lidstaat genomen beperkende maatregel, alsmede met specifieke gegevens ter onderbouwing van zijn betoog (zie in die zin HvJ, 13 november 2003, Lindman, C-42/02, punt 25; HvJ, 18 maart 2004, Leichtle, C-8/02, punt 45; HvJ, 7 juli 2005, C-147/03, Commissie t. Oostenrijk, punt 63).
Les raisons justificatives susceptibles d'être invoquées par un Etat membre doivent être accompagnées d'une analyse de l'aptitude et de la proportionnalité de la mesure restrictive adoptée par cet Etat membre, ainsi que des éléments précis permettant d'étayer son argumentation (voir, en ce sens, CJCE, 13 novembre 2003, Lindman, C-42/02, point 25; CJCE, 18 mars 2004, Leichtle, C-8/02, point 45; CJCE, 7 juillet 2005, C-147/03, Commission c. Autriche, point 63).