Het wetsontwerp beperkt zich echter niet tot de onroerende goederen maar maakt ook gebruik van de keuze die de richtlijn 2009/162/EU biedt aan de lidstaten om de beperking van het recht op aftrek ook toe te passen voor de roerende bedrijfsmiddelen wanneer die zowel voor doeleinden van de economische activiteit van de btw-plichtige als voor zijn privé-doeleinden wordt gebruikt, of voor de privédoeleinden van zijn personeel of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit.
Le projet de loi ne se limite toutefois pas aux biens immobiliers. En effet, il fait usage du choix offert aux États membres par la directive nº 2009/162/UE, leur permettant d'appliquer également la restriction du droit à la déduction aux biens d'investissement mobiliers lorsque ceux-ci sont utilisés à la fois pour les besoins de l'activité économique de l'assujetti et pour ses besoins privés, ou pour les besoins privés de son personnel ou, plus généralement, à des fins étrangères à son activité économique.