De verwijzende rechter heeft immers vastgesteld dat de eis van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in casu enkel betrekking heeft op de hoofdelijke aansprakelijkheid, beperkt tot de totale prijs van het aan de aannemer toevertrouwde werk, zoals bedoeld in artikel 30bis, § 3, van de RSZ-wet, en dus niet de betaling van de niet-ingehouden som en van de bijslag bedoeld in artikel 30bis, § 5, van de RSZ-wet omvat.
Le juge a quo a en effet constaté que la demande de l'Office national de sécurité sociale porte en l'espèce seulement sur la responsabilité solidaire, limitée au prix total des travaux confiés à l'entrepreneur, comme le prévoit l'article 30bis, § 3, de la loi ONSS, et qu'elle ne porte donc pas sur le paiement de la somme non retenue et de la majoration prévue à l'article 30bis, § 5, de la loi ONSS.