Het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 182 ervan, in zoverre de aan de Koning verleende machtiging de militaire afgevaardigden van de erkende vakorganisaties, in tegenstelling tot de andere militairen, de waarborg zou ontnemen van het optreden van een democratisch verkozen beraadslagende vergadering zoals voorgeschreven bij artikel 182 van de Grondwet.
La Cour est interrogée sur la compatibilité de cette disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec son article 182, en ce que l'habilitation donnée au Roi priverait les délégués militaires des organisations syndicales agréées, à l'inverse des autres militaires, de la garantie que constitue l'intervention d'une assemblée délibérante démocratiquement élue que prescrit l'article 182 de la Constitution.