De griffiers van de administratieve rechtbanken te Luik en te Bergen moeten het bewijs leveren van hun kennis van het Frans (te Luik moet een griffier het bewijs leveren van zijn kennis van het Duits), de griffiers van de administratieve rechtbanken te Gent en te Antwerpen moeten het bewijs leveren van hun kennis van het Nederlands en de griffiers van de administratieve rechtbank te Brussel moeten bewijzen dat zij de beide landstalen kennen; de bewijslevering moet uiteraard geschieden op de wijze bepaald in artikel 53, § 4, van de wet van 14 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in bestuurszaken.
Les greffiers au tribunal administratif de Liège et de Mons devront justifier de la connaissance de la langue française (à Liège, un greffier devra justifier de la connaissance de la langue allemande), les greffiers du tribunal administratif de Gand et d'Anvers devront justifier de la connaissance de la langue néerlandaise et les greffiers du tribunal administratif de Bruxelles devront justifier de la connaissance des deux langues nationales, toute justification se faisant évidemment selon les modalités prévues à l'article 53, § 4, de la loi du 14 juin 1935 relative à l'emploi des langues en matière administrative.