De fractievoorzitters zullen nu hun oordeel geven ove
r de Verklaring van Berlijn. Uiteraard wil ik daar niet op vooruitlopen, maar toch wil ik één ding zeggen, namelijk dat u, mevrouw de bondskanselier, en uw medewerkers tijdens de voorbereidingen van de Verklaring van Berlijn voor
tdurend beschikbaar waren voor het Europees Parlement, voor de Voorzitter van het Parlement en voor diens bevoegde vertegenwoordigers teneinde zoveel mogelijk rekening te houden met onze ideeën, zo goed en zo kwaad dat ging als voorzitter van een groep van 2
...[+++]7 regeringen.