Niets laat daarentegen toe te beweren dat de bestreden bepaling zou vereisen dat de dader van het misdrijf een bijzondere of regelmatige relatie heeft met een kwetsbare persoon of een categorie van kwetsbare personen, opdat de houder van het beroepsgeheim kan oordelen, in het licht van de door hem gekende informatie, dat er aanwijzingen zijn van een gewichtig en reëel gevaar voor de integriteit van die personen.
En revanche, rien ne permet de soutenir que la disposition attaquée exigerait que l'auteur de l'infraction ait établi une relation particulière ou régulière avec une personne vulnérable ou une catégorie de personnes vulnérables pour que le dépositaire du secret professionnel puisse considérer, à la lumière des informations dont il a connaissance, qu'il existe des indices d'un danger sérieux et réel pour l'intégrité de ces personnes.