Art. 2. In de bijlage van hetzelfde besluit, onder het streepje « Toeristisch landschap van Blegny-Trembleur », worden de woorden « Dalhem 1e afd./A 225/2 C, A 226K, A 227/3, A 290/2, A 181/2, A 292/2A en A 292 C». vervangen door de woorden « Dalhem 1e afd./A 225/02 C (225 C/2 volgens akte), A 226/K (226 i volgens akte), A 227/03, A 290/02, A 181/02, A 292/02A (292 A/2 volgens akte), A 292/C, in de ondergrond een spoorwegtunnel met een oppervlakte van 8 a 30 ca die niet in het kadaster opgenomen wordt, die gelegen zijn of geweest zijn onder de gekadastreerde percelen onder een afdeling A met nummers 453 A, 452, 458 A, 460 G, 460 H, 461 K, 473, 471 en 470, zoals deze tunnel in het geel en met de nummers 26 tot 33 en 34/deel van het kadaster
...[+++]-plan met nummer 415 (719), plank 32, van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, bijgevoegd aan de verkoopakte door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen aan « Charbonnages d'Argenteau », ontvangen op 2 februari 1961 door Meester Jean-Pierre Jacobs, notaris in Brussel, zonodig alles of een gedeelte van de brug die toegang geeft tot de bovenvermelde tunnel, die over de Berwijn rivier is aangelegd, en die niet opgenomen zou worden in de bovenvermelde kadastrale percelen».Art. 2. Dans l'annexe du même arrêté, sous le tiret intitulé « Site touristique de Blegny-Trembleur », sont remplacés les termes « Dalhem 1 div./A 225/2 C, A 226K, A 227/3, A 290/2, A 181/2, A 292/2A et A 292 C». , par les termes « Dalhem 1 div./A 225/02 C (225 C/2 selon titre), A 226/K (226 i selon titre), A 227/03, A 290/02, A 181/02, A 292/02A (292 A/2 selon titre), A 292/C, en sous sol un tunnel ferroviaire d'une superficie de 8 a 30 ca non cadastré situé sous les parcelles cadastrées ou l'ayant été section A numéros 453 A, 452, 458 A, 460 G, 460 H, 461 K, 473, 471 et 470, tel que ce tunnel est figuré sous teinte jaune et sous les numéros d'emprises 26 à 33 et 34/partie au plan parcellaire numéro 415 (719), planche 32, de la Société na
...[+++]tionale des Chemins de fer Vicinaux, demeuré annexé à l'acte de vente par la Société nationale des Chemins de fer Vicinaux aux Charbonnages d'Argenteau, reçu le 2 février 1961 par Maître Jean-Pierre Jacobs, notaire à Bruxelles, ainsi et pour autant que de besoin tout ou partie du pont donnant accès au tunnel précité, enjambant la rivière Berwinne, et qui ne serait pas inclus dans les parcelles cadastrales précitées».
