Dat verschil berust immers op een pertinent criterium ten aanzien van de gevolgen en de
draagwijdte van de beschikkingen die het voorwerp uitmaken van het beroep : de beschikking waarbij tot de opschorting van de uitspraak wordt besloten, stelt de tenlastelegging vast en veronderstelt de instemming van de verdachte met een maatregel die, indien hij niet wordt ingetrokken, een einde maakt aan de vervolging, terwijl de beschikking van buitenvervolgingstelling zich ertoe beperkt vast te stellen dat de strafvordering niet kan worden voortgezet, zonder
zich uit te spreken over het al da ...[+++]n niet vaststaan van de tenlastelegging.
En effet, cette différence repose sur un critère pertinent au regard des effets et de la portée des ordonnances qui font l'objet du recours : l'ordonnance décidant de la suspension du prononcé établit la prévention, et suppose un accord de l'inculpé sur une mesure qui, si elle n'est pas révoquée, met fin aux poursuites, tandis que l'ordonnance de non-lieu se limite à constater que l'action publique ne peut être poursuivie, sans se prononcer sur l'établissement ou non de la prévention.