Wat de regeling van de naamgeving betreft, beschikt de wetgever derhalve over een ruime beoordelingsbevoegdheid, voor zover hij het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in samenhang gelezen met het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven, in acht neemt.
En matière de réglementation de l'attribution du nom, le législateur dispose par conséquent d'un pouvoir d'appréciation étendu, pour autant qu'il respecte le principe d'égalité et de non-discrimination, combiné avec le droit au respect de la vie privée et familiale.