Zij stuurt de president in kwestie tijdens de zomer een soort noodverordening toe, waarmee ze bepaalde rechten van personen in overheidsdienst wil inperken en is verbaasd dat de president als voormalig hoge rechter de hem toegestuurde verordeningen afwijst en van mening is dat het parlement zich daarmee moet bezighouden, wat in een democratie eigenlijk volkomen vanzelfsprekend is.
Il adresse à ce président dans le courant de l'été une sorte de décret-loi, par lequel il voudrait restreindre certains droits des fonctionnaires de l'administration publique, et s'étonne du fait que ce président, en tant qu'ancien haut magistrat, rejette ce décret en considérant que c'est au Parlement qu'il revient de se pencher sur la question, chose qui va absolument de soi dans une démocratie.