Volgens de gemeente Schaarbeek zou de Raad van State zich ten onrechte ervan hebben onthouden een toetsing met volle rechtsmacht uit te voeren, zijn beslissing niet correct hebben gemotiveerd en de termijn bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 15 juli 1956 « tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State, in geval van beroep als bedoeld bij artikel 76bis van de gemeentekieswet » hebben geschonden.
Selon la commune de Schaerbeek, le Conseil d'Etat se serait, à tort, abstenu d'exercer un contrôle de pleine juridiction, n'aurait pas correctement motivé sa décision et aurait méconnu le délai prévu à l'article 9 de l'arrêté royal du 15 juillet 1956 « déterminant la procédure devant la section d'administration du Conseil d'Etat, en cas de recours prévu par l'article 76bis de la loi électorale communale ».