3. wijst erop dat de rol van de conventie niet beperkt mag worden tot een discussieforum maar en in moet bestaan coherente voorstellen te formuleren, die gekwalificeerd worden volgens hun draagvlak binnen de conventie (voorstellen die een consensus genieten; voorstellen die gedragen worden door een bepaalde meerderheid; voorstellen gesteund door een minderheid);
3. souligne que la convention ne peut pas être qu'un simple forum de discussion, mais que son rôle doit consister à formuler des propositions cohérentes, qualifiées en fonction du soutien dont elles bénéficient au sein de la convention (propositions qui font l'objet d'un consensus; propositions qui sont portées par une majorité déterminée; propositions qui sont appuyées par une minorité);