Het Mededingingscollege kent hun op verzoek van de auditeur-generaal of de door hem gemachtigde auditeur immuniteit van vervolging toe indien deze persoon ertoe heeft bijgedragen het bestaan van een door artikel IV. 1, § 1, verboden praktijk te bewijzen en de deelnemers ervan te identificeren, onder andere door inlichtingen te verstrekken waarover de Belgische Mededingingsautoriteit voorheen niet beschikte, door het bewijs te leveren van een door artikel IV. 1, § 1, verboden praktijk waarvan het bestaan nog niet vaststond, of door een door artikel IV. 1, § 4, verboden praktijk te erkennen.
Le Collège de la concurrence accorde, à la demande de l'auditeur général ou de l'auditeur qu'il délègue, l'immunité des poursuites si cette personne a contribué à prouver l'existence d'une pratique interdite par l'article IV. 1, § 1 , et à identifier les participants, notamment en fournissant des renseignements dont l'Autorité belge de la concurrence ne disposait pas encore, en fournissant la preuve d'une pratique défendue par l'article IV. 1, § 1, dont l'existence n'était pas encore établie, ou en reconnaissant l'existence d'une pratique prohibée par l'article IV. 1, § 4.