De methodes waaraan een bijzo
ndere nood lijkt te bestaan om een doeltreffende en spoedige wederzijdse bijstand inzake computercriminaliteit mogelijk te maken, zoals die waarin is voorzien in de artikelen 29 tot 35 (Specifieke bepalingen — Titels 1, 2, 3), zijn de enige krachtens
welke iedere Partij verplicht is juridische gronden uit te werken waardoor zij de gewenste vormen van wederzijdse bijstand kan toekennen ingeval haar
geldende verdragen, regelingen of wetten ...[+++] inzake wederzijdse bijstand geen bepalingen in die zin bevatten.
Les mécanismes dont le besoin se fait tout particulièrement sentir pour permettre une entraide efficace rapide en matière de criminalité informatique, comme ceux que prévoient les articles 29 à 35 (Dispositions spécifiques — Titres 1 , 2, 3) sont les seuls au titre desquels chaque Partie est tenue de mettre en place les fondements juridiques lui permettant d'accorder les formes d'entraide voulues si ses traités, arrangements ou lois d'entraide en vigueur ne contiennent pas de dispositions en ce sens.