In het kader van de agromilieuprogramma's moet worden gefocust op voorbeelden van beste praktijken (volgens het „voorlopersbeginsel”), met inbegrip van die op het gebied van grondbeheer, waterbeheer, biodiversiteit, recyclage van nutriënten en de instandhouding van het ecosysteem, en moet de prioriteit worden gegeven aan investeringen in deze technieken.
Les programmes agro-environnementaux doivent cibler des exemples de bonne pratique (selon le «principe du précurseur»), notamment en matière de gestion des sols, de gestion de l'eau, de biodiversité, de recyclage des éléments fertilisants et d'entretien de l'écosystème et accorder la priorité aux investissements dans ces techniques.