In het geval van Sri Lanka werd de aandacht van de Commissie gevestigd op openbaar beschikbare rapporten en verklaringen van de Verenigde Naties en op overige relevante bronnen, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, waaruit bleek
dat Sri Lanka niet afdoende de diverse mensenrechtenverdragen uitvoerde, met name het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke r
echten, het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onter
ende behandeling of bestraffing ...[+++], en het Verdrag inzake de rechten van het kind.
Dans le cas du Sri Lanka, l’attention de la Commission a été attirée sur des rapports publics et des déclarations émanant des Nations unies et d’autres acteurs concernés, dont des ONG, indiquant que le Sri Lanka ne mettait pas effectivement en application diverses conventions en matière de droits de l’homme, en particulier le Pacte international relatif aux droits civils et politiques, la Convention contre la torture et autres peines ou traitements cruels, inhumains ou dégradants et la Convention sur les droits de l’enfant.