Het Gerecht heeft artikel 24, lid 2, van verordening nr. 4253/88 (1), juncto artikel 1 van verordening nr. 2988/95 (2), en het beginsel van bevoegdheidstoedeling (oud artikel 5 EG, thans artikel 5, lid 2, VEU en artikel 7 VWEU) geschonden, doordat het in het bestreden arrest ten onrechte heeft geoordeeld dat ook zuiver administratieve fouten van de nationale autoriteiten een „onregelmatigheid” vormen, die de Commissie machtigt tot een financiële correctie op grond van artikel 24, lid 2, van verordening nr. 4253/88.
Premier moyen: le Tribunal a violé les dispositions combinées de l’article 24, paragraphe 2, du règlement no 4253/88 (1) et de l’article 1er du règlement no 2988/95 (2) ainsi que le principe des compétences d’attribution (article 5 CE, devenu article 5, paragraphe 2, TUE et article 7 TFUE) dans la mesure où il a considéré, à tort, que de simples erreurs administratives commises par des autorités nationales pouvaient constituer une «irrégularité» autorisant la Commission à opérer des corrections financières conformément à l’article 24, paragraphe 2, du règlement no 4253/88.