De lidstaten kunnen op het door deze richtlijn bestreken gebied strengere bepalingen aannemen of handhaven om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen, mits deze bepalingen volledig stroken met het recht van de Unie, met name wat betreft de Uniewetgeving inzake gegevensbescherming en de bescherming van de grondrechten zoals verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie .
Les États membres peuvent arrêter ou maintenir en vigueur, dans le domaine régi par la présente directive, des dispositions plus strictes pour prévenir le blanchiment de capitaux et le financement du terrorisme, à condition que ces dispositions soient pleinement compatibles avec l'ordre juridique de l'Union, particulièrement en ce qui concerne la législation de l'Union sur la protection des données et la protection des droits fondamentaux inscrits dans la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne .