Artikel 141ter bepaalt dat " geen enkele bepaling uit deze titel kan worden gelezen in die zin dat zij een beperking of een belemmering beoogt van rechten of fundamentele vrijheden zoals het stakingsrecht, de vrijheid van vergadering, vereniging of meningsuiting, waar
onder het recht om, voor de verdediging van d
e eigen belangen, samen met anderen vakbonden op te richten dan wel zich daarbij aan te sluiten, evenals het daarmee same
nhangende recht van betoging, zoals met name ver ...[+++]ankerd in de artikelen 8 tot 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden" .
Cet article précise qu'aucune disposition du titre ne peut être interprétée comme visant à réduire ou à entraver, de quelque manière que ce soit, les droits ou libertés fondamentales tels que le droit de grève, la liberté de réunion, d'association ou d'expression, y compris le droit de fonder avec d'autres des syndicats et de s'y affilier pour la défense de ses intérêts et le droit de manifester qui s'y rattache. En outre, l'article se réfère explicitement, mais non exclusivement, aux articles 8 à 11 de la Convention européenne des droits de l'homme.