§ 1. Indien gegronde redenen worden vastgesteld zoals bedoeld in artikel 12, 3°, tweede en derde lid van het koninklijk besluit van 22 december 2010 betreffende havenstaatcontrole, brengt de inspecteur de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren die daartoe aangewezen zijn daarvan onverwijld op de hoogte.
§ 1. Si l'existence de motifs évidents tels que visés à l'article 12, 3°, alinéas 2 et 3 de l'arrêté royal du 22 décembre 2010 relatif au contrôle de l'Etat du port est établie, l'inspecteur en informe sans délai les agents chargés du contrôle de la navigation désignés à cet effet.