3. Voor de toepassing van dit artikel worden onder « onderdanen van een lidstaat » de personen verstaan als omschreven in de verklaringen die de betrokken lidstaat heeft afgelegd uit hoofde van artikel 6, lid 1, onder b), van het Europees Verdrag betreffende uitlevering, alsmede de personen bedoeld in lid 1, onder c), van dat artikel.
3. Aux fins du présent article, les termes « ressortissants » d'un Etat membre sont interprétés conformément à toute déclaration faite par cet Etat en vertu de l'article 6 paragraphe 1 point b) de la convention européenne d'extradition et au paragraphe 1 point c) dudit article.