1. Elke lidstaat ontwikkelt ten aanzien van elk voor hem betreffende mariene regio’s of subregio’s een mariene strategie voor zijn mariene wateren overeenkomstig het in lid 2, punten a) en b), omschreven actieplan.
1. Chaque État membre élabore, pour chaque région ou sous-région marine concernée, une stratégie pour le milieu marin applicable à ses eaux marines en respectant le plan d’action décrit au paragraphe 2, points a) et b).