De memorie van toelichting bij he
t bestreden decreet toont, voor elke aan de provincies onttrokken bevoegdheid, aan dat de decreetgever van oordeel is dat die bevoegdheid beter zou worden uitgeoefend op gewestelijk niveau op basis van « uiteenlopende
doelstellingen, die betrekking hebben op de rationalisering van het grondgebied, de toepassing van Europese vereisten, de niet-tegenstrijdigheid tussen twee steunregelingen die betrekking
hebben op dezelfde doelstellingen maar waar ...[+++]bij verschillende of uiteenlopende modaliteiten worden vastgesteld, de vereenvoudiging, de rationalisering van de beheerskosten, de inachtneming van de Europese regel van het de minimis, enz» (Parl. St., Waals Parlement, 2003-2004, nr. 613/1, blz. 7).
L'exposé des motifs du décret en cause montre, pour chaque compétence retirée aux provinces, que le législateur décrétal estime qu'elle sera mieux exercée au niveau régional, en fonction « d'objectifs variés, relatifs tantôt à la rationalisation du territoire, à l'implémentation d'exigences européennes, à la non-contrariété entre deux régimes d'aides portant sur les mêmes objets mais fixant des modalités différentes ou démultipliées, à la simplification, à la rationalisation des coûts de gestion, au respect de la règle européenne du de minimis, etc.» (Do c. parl. Parlement wallon, 2003-2004, nº 613/1, p. 7).