Uit de combinatie van de paragrafen 1 en 2 van artikel 64 van de IBR-Wet volgt dat de betrokken bedrijfsrevisor na het verstrijken van de beroepstermijn van dertig dagen, gelet op de beroepstermijn van veertig dagen voor de Raad, zonder de mogelijkheid om een navolgend incidenteel hoger beroep in te stellen, kan worden geconfronteerd met een beperkt hoger beroep van de Raad.
Il découle de la lecture conjointe des paragraphes 1 et 2 de l'article 64 de la loi du 22 juillet 1953 que le réviseur d'entreprises concerné, après l'expiration du délai d'appel de trente jours, peut, eu égard au délai d'appel de quarante jours dont dispose le Conseil, être confronté à un appel limité du Conseil, sans pouvoir encore interjeter appel incident.