3. De leden van de Commissie worden, op verzoek van een Staat die Partij is of een andere betrokken partij, verzegeld van een vertegenwoordiger van die Staat of andere betrokken partij wanneer zij hun toezichthoudende en inspecterende functie verrichten.
3. À la demande de tout État Partie ou de toute autre partie concernée, les membres de la Commission se font accompagner d'un représentant de cet État ou de cette partie concernée lorsqu'ils exercent leurs fonctions de surveillance et d'inspection.