1.2.2. Teneinde het verkeer van hogesnelheidspassagierstreinen te vergemakkelijken, kunnen de lidstaten voorts op het traject van dergelijke, uit derde landen komende treinen in onderling overleg met de betrokken derde landen ook beslissen om, met inachtneming van de in punt 1.1.4 vervatte beginselen, inreiscontroles van personen op treinen uit derde landen uit te voeren op een van de volgende manieren:
1.2.2. Afin de faciliter la circulation des trains de passagers à grande vitesse, les États membres situés sur l’itinéraire de ces trains en provenance de pays tiers peuvent également décider, d’un commun accord avec les pays tiers concernés, et dans le respect des principes énoncés au point 1.1.4, d’effectuer des vérifications d’entrée sur les personnes à bord de trains en provenance de pays tiers de l’une des manières suivantes: